De Complete Gids voor Mouwsoorten
Voor wie dieper wil duiken in de wereld van mouwvormen: hier laten we zien hoe verschillende mouwstijlen de uitstraling van een kledingstuk bepalen.
3/4 Mouw
De halflange variant is een echte blijver onder de mouwvormen – en dat is niet voor niets. Meestal als bolmouw gesneden, eindigt een ¾-mouw in het midden van de onderarm of bij de elleboog. Vooral bij truien, shirts of wikkeljurken ziet deze vorm er strak en eenvoudig uit en maakt hij mooie armen. Dat wist men al in de jaren 80, toen de poppers en yuppies zelfs hun colbertmouwen tot aan de elleboog oprolden.
Ballonmouw
De oorspronkelijke ballonmouw is zeer weelderig: hij valt als een licht opgeblazen ballon om de bovenarm en sluit nauw aan op ellebooghoogte. Momenteel zie je vaak de moderne variant – de snit verloopt omgekeerd: nauw aan de bovenarm, begint de ballonwijdte vanaf de elleboog en eindigt bij de manchet aan de pols.

Bisschopsmouw
Bisschopsmouwen vallen op door hun wijde, losse vorm en worden bij de pols sterk samengetrokken – vaak door een (extra lange) manchet of een strakke band/elastiek, zodat niets in de weg hangt. De vorm van de mouw doet denken aan liturgische gewaden, vandaar de naam. Ze worden vaak gebruikt voor feestkleding of blouses en geven een elegant, dramatisch silhouet.

Capmouw
De cap- of petmouw is een zeer korte vorm die alleen de schouders en een klein deel van de bovenarm bedekt. Hij eindigt net onder de schouder en geeft de outfit een elegante, vrouwelijke touch. Capmouwen zijn populair bij zomerjurken en luchtige tops – perfect voor warme dagen dankzij de bewegingsvrijheid en ventilatie. Kanten capmouwen zijn ook een klassieker in bruidsmode.

Drop Shoulder Mouw
Overlappende mouwen zijn al jaren in de mode – ze creëren zachte, ronde, zeer vrouwelijke schouders en een vloeiend silhouet (ideaal bij skinny broeken en skinny jeans). De vorm ontstaat wanneer de schoudernaad wordt verlengd en de mouw aansluit op deze verlenging. Drop-shoulder-mouwen zijn vooral te vinden bij vesten en truien, maar ook steeds vaker bij T-shirts. In de herenmode komen ze voor in de absoluut casual sector – vooral bij hoodies, maar niet in de zakelijke mode.
Epaulettenmouw
Epauletten- of boxmouwen, bekend uit de militaire look, zijn echte blikvangers voor de schouders. Klassieke epauletten zijn (vaak gerafelde) opzetstukken met insignes op uniformen. In de mode werkt het op dezelfde manier: een halfronde of hoekige stuk stof wordt zo geplaatst dat het de schouders licht overlapt en ze breder doet lijken. Klassieke varianten zien er boxy en mannelijk uit; subtiele versies zie je in safarilooks. Nieuw bij fashionista's: afneembare epauletten – schouderbroches van veren, strass of pailletten, magnetisch of met een speld bevestigd – als eyecatcher.
Vleermuismouw
Vleermuismouwen zijn te herkennen aan hun opvallende vorm: ze sluiten niet aan op de schouder-/okselaadnaad, maar beginnen veel lager, aan de zoom van de trui of het shirt. Naar de pols toe worden ze smaller – als je je armen spreidt, ontstaat de typische vleugelvorm. Ze waren al populair in de jaren 80 en zijn tegenwoordig nog verder uitgesneden, vooral bij vesten en truien. Comfortabel, soepel vallend en met veel bewegingsvrijheid – daarom vooral te vinden in de casual sector

Kimonos mouw
Geïnspireerd door de traditionele Japanse kimono zijn deze mouwen wijd en recht gesneden; vaak worden ze in één stuk met het bovenstuk gemaakt – zonder aparte schoudernaden. De zeer wijde mouwen (soms tot 20 cm in diameter) zien er elegant en sierlijk uit, maar kunnen in het dagelijks leven onpraktisch zijn (denk aan handen wassen). Daarom zijn moderne kimonomouwen vaak ¾-lang en reiken ze niet tot aan de pols.

Kogelmouw
Kogelmouwen zijn – in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden – niet kogelvormig, maar sluiten nauw en buisvormig aan op de schoudernaad. De gangbare vorm loopt licht taps toe van de bovenarm naar de pols en biedt bewegingsvrijheid zonder te volumineus te zijn. Het is de meest voorkomende en eenvoudigste mouwvariant, bijvoorbeeld bij truien, longsleeves en jassen.

Pofmouw
Pofmouwen zijn speels en zeer vrouwelijk – bekend uit historische films zoals Gone with the Wind. Na een eerste hoogtepunt in de renaissance maakten ze halverwege de 19e eeuw een grote comeback. Pofmouwen benadrukken de schouders sterk en geven outfits een romantische touch. Ze zijn nog steeds veel te zien op dirndlblouses; op de grote modecatwalks is de volgende grote revival nog in opkomst.
Raglanmouw
Vernoemd naar Lord Raglan (1788-1855), die in de Slag bij Waterloo een arm verloor en een jas nodig had waarvan de mouwen direct aan de kraag waren bevestigd in plaats van aan de schouder. Raglanmouwen kwamen in de jaren 40/50 vooral in kinder- en sportkleding (baseballshirts) in de mode; de snit werd vaak benadrukt door mouwen in een contrasterende kleur. Tegenwoordig een klassieker, meestal bij shirts en longsleeves in athleisure-stijl.
Vlindermouw
Het kleine zusje van volant- en trompetmouwen: deze speelse vorm is meestal kort of halflang en wordt gekenmerkt door korte volants op de schouder. Vlindermouwen kunnen alleen het bovenste deel van de schouder bedekken of als ¾-lengte tot aan de elleboog reiken. Tijdens het romantische art nouveau-tijdperk waren ze erg populair bij wijde jurken.

Trompetmouw
Momenteel vaak te zien op blouses en shirts: de mouw loopt vanaf de schouder tot aan de pols uit in een trechtervormig silhouet. Bekend uit de wilde jaren 70, toen het samen met flared broeken de hippie- en discoscene domineerde. Trompetmouwen zien er luchtig, vrouwelijk en vrolijk uit – perfect voor de zomer.

Tulpmouw
Tulpmouwen zijn mooi en praktisch: rond en gebogen als bloemblaadjes overlappen de korte mouwen van een T-shirt of jurk elkaar. Deze variant stamt uit de late jaren 40 en is tegenwoordig vaak te zien bij shirts – een echte blikvanger, speels en jeugdig.

Viragomouw
Deze bijzondere variant van de pofmouw – ook wel Marie-mouw genoemd – was in de 17e eeuw een ware rage. Een lange pofmouw wordt door banden en inzetstukken in twee of meer delen verdeeld. Armen, schouders en borst worden sterk geaccentueerd, waardoor de taille optisch slanker lijkt. De meest opvallende mouw maakt momenteel een comeback op de catwalk.
Volantmouw
Volantmouwen eindigen – net als trompetmouwen – in een wijde trechtervorm. Het verschil: de volant is een apart, aangebracht stuk stof. Deze zit meestal op de onderarm of direct op polshoogte; ook dubbele volants op de bovenarm zijn mogelijk. Al in de renaissance sierden volants de gewaden van de adel en sindsdien hebben ze steeds weer een comeback gemaakt. Tegenwoordig sieren ze blouses, truien en jassen. Modern: langwerpige volants van schouder tot manchet (deels dubbel) – let op, deze variant maakt je optisch breder.
Mouwen die spreken
Mouwen zijn meer dan een detail: ze vormen silhouetten, trekken de aandacht en maken een statement. Of het nu gaat om minimalistische bolmouwen voor een alledaagse outfit, vrouwelijke volants voor beweging of opvallende raglanmouwen voor sportieve accenten – kies bewust wat je wilt uitdrukken. Zo wordt elke look een optreden.





